In 2020/2021 is er besloten tot een reorganisatie van de divisie Forzo/JJI vanwege de volgende
redenen;
• Groei van de divisie met ongewijzigde organisatiestructuur
• De ervaren werkdruk was te hoog
• Behoefte aan meer ruimte voor individuele ontwikkeling
• Behoefte aan meer vaste medewerkersDaarnaast speelde dat medewerkers heldere kaders wilden en meer vooruit wilden kijken. Ook speelden inhoudelijke ontwikkelingen een rol, zoals de bestuurlijke agenda forensische zorg, groei van forensische zorg capaciteit, het programma Vrijheidsbeneming op Maat(VOM), de invoering van het zorgprestatiemodel en uitbreiding van aanbestedingen somatische zorg. Het doel van de reorganisatie was om de divisie beter in staat te stellen te reageren op de dynamische ontwikkelingen binnen de forensische zorg, somatische zorg en de justitiële jeugd. Dit vereist niet alleen de opbouw van de juiste kennis en expertise maar ook een duidelijke afbakening van verantwoordelijkheden en de mogelijkheid om snel te schakelen bij urgente vraagstukken. De
reorganisatie van ForZo/JJI was dan ook gericht op het behalen van drie belangrijke doelstellingen:
1. Beter laten aansluiten van de opbouw van de afdelingen bij de ontwikkelingen in het veld.
2. Heldere afbakening van verantwoordelijkheden per afdeling en per functie binnen de divisie.
3. Korte lijnen tussen de afdelingshoofden en directeuren ten behoeve van efficiënte en effectieve
besluitvorming.
Stand van zaken
De reorganisatie heeft op 31 oktober 2022 plaatsgevonden en de divisie werkt nu ruim anderhalf jaar
volgens de nieuwe structuur. Ondanks de voortgang blijft er ruimte voor verdere ontwikkeling. De
divisie is grotendeels op orde qua vacatures en alle functies van hoofden zijn ingevuld. Met de
aanstelling van de nieuwe plaatsvervangend directeur per 1 juni is een belangrijk punt bereikt. Dit biedt
een uitgelezen kans om de reorganisatie te evalueren en waar nodig verbeteringen aan te brengen.
Opdracht Evaluatie reorganisatie
Het MT wil graag de volgende punten evalueren:
1. Zijn de doelstellingen met de reorganisatie die waren beoogd behaald? (Zo niet, worden die op
termijn gehaald en wat is daarvoor nog nodig)?
2. Hoe hebben de medewerkers de reorganisatie in het proces beleefd? (Voor degene die aanwezig
waren).
3. Welke kleinschalige aanbevelingen zijn er die tot aanpassing zouden moeten leiden?
Daarbij in oogschouw nemen dat we al geconstateerd hebben dat het multidisciplinair werken/werken in
de matrix onvoldoende tot wasdom is gekomen en we als MT aan de slag zijn om dit nader in te vullen.
Het MT wil niet dat het werken in de matrix/multidisciplinair werken ter discussie komt te staan.